Blog

Delen:

8 oktober 2019
Door: Florien


Wij Zijn Jimmy's - Doorbreek het taboe: Bipolaire stoornis

– uitersten in stemming – manisch – depressief – wisselingen – tweepolig –

Ook voor dit thema heb ik mij weer volledig verdiept in het leven van mensen met een bipolaire stoornis. Ook heb ik iemand geïnterviewd die dit heeft en daaruit een ervaringsverhaal geschreven.

Wat is een bipolaire stoornis?

Ieder persoon heeft stemmingswisselingen. Je voelt je bijvoorbeeld vrolijk, blij en bent energiek of je voelt je wat somber, verdrietig en moe. Deze wisselingen zijn normaal, al die gevoelens horen bij het leven.

Bij sommige personen is de variatie in stemmingen afwijkend en dan noemen we dat een stemmingsstoornis. Wanneer een persoon manische perioden afwisselt met depressieve perioden spreekt men van een bipolaire stoornis. Uitersten in stemming.

Symptomen bij een manische periode

Extreem uitgelaten – opgewonden – niet stil kunnen zitten – gevoel alsof je alles aan kan – impulsieve acties – veel praten – veel doen – psychotische verschijnselen – ruziën – minder behoefte aan slaap – 

Symptomen bij een depressieve periode

Snel geïrriteerd – minder belangstelling – lusteloos – erg moe – neerslachtig – minder of meer eten – minder eigenwaarde – geen contact willen –

Periodes

De manische periode is een periode van minimaal een week en in deze periode word je vaak kort opgenomen, omdat je een gevaar kunt zijn voor jezelf. De hypo-manische periode lijkt op een manie, maar is minder ernstig. De depressieve periode duurt minimaal 2 weken.

Er zijn twee soorten bipolaire stoornis.
Type 1 wordt gekenmerkt door afwisselende periodes met manies en ernstige depressies.
Type 2 wordt vastgesteld wanneer je tenminste één keer een depressie en hypomanie hebt meegemaakt.

Oorzaken

Een eenduidige oorzaak is nog niet bekend, maar wel zijn er omstandigheden bekend waarin het risico vergroot wordt.
– Sociale factoren: stressvolle omstandigheden, het overlijden van een dierbare, maar ook een ingrijpende positieve gebeurtenis kan een oorzaak zijn.
– Erfelijke factoren: twee derde van de mensen met deze ziekte, hebben een familielid met een stemmingsstoornis. Als een van de ouders deze ziekte heeft, is de kans dat het kind dit ontwikkelt 10 tot 15%
– Psychische factoren: bepaalde denkpatronen of karaktereigenschappen, zoals perfectionisme, lage zelfwaarde

Herstel

  • Medicatie
  • Voorlichting
  • Therapie

Er zijn zeker behandelingen voor deze stoornis, zoals verschillende soorten therapie. Al is het niet te genezen, je kunt ermee leren omgaan. Ook kan medicatie helpen om de heftige stemmingswisselingen te stabiliseren.

Daarnaast is het verstandig om psycho-educatie te nemen, hier krijg je meer inzicht in de ziekte en leer je de symptomen te herkennen. Dit kun je krijgen bij de zorginstellingen waar je ook therapie kunt krijgen. Met de juiste therapie, inzichten en medicatie kun je met deze ziekte prima functioneren in het leven.

Tips bij een manische periode

  • Probeer regelmatig te leven. Vaste tijden gaan slapen en opstaan. Eten op vaste tijdstippen.
  • Minder doen dan je eigenlijk wilt.
  • Neem je medicatie, ook al sta je hier niet achter
  • Probeer je energie kwijt te kunnen in dingen zoals sporten
  • Neem geen alcohol en drugs

Tips bij een depressieve periode

  • Regelmatig bewegen: wandelen, fietsen, sporten.
  • Houd structuur in je dag, in je eet- en slaappatroon en ook in andere activiteiten. Maak bijvoorbeeld een dagelijkse planning.
  • Actief blijven.
  • Probeer sociaal contact te onderhouden zodat je jezelf niet isoleert.

Tips omgeving

  • Ga het persoon aansporen om hulp te zoeken, dwing wanneer diegene dit niet wil
  • Probeer het persoon een ‘normaal’ slaapritme te geven
  • Wees streng, maak duidelijke regels

Ervaringsverhaal

”Ik zat in het eerste jaar van mijn opleiding. Het eerste halfjaar verliep alles prima en heb ik alles gehaald, maar in de laatste periode ging het bergafwaarts en gingen mijn cijfers omlaag. Zonder duidelijke reden verloor ik mijn concentratie en motivatie. Achteraf bedenk ik mij dat hier mijn manie al aan het opkomen was.

In de zomervakantie kreeg ik een bijbaantje bij de slagerij. Hier werkte ik minimaal 40 uur in de week en de werkdruk was zeer hoog. Soms maakte ik onbetaalde overuren. ’s Avonds ging ik chillen bij vrienden om te zuipen en te blowen, het was immers vakantie. De volgende dag ging ik gewoon weer werken. Dit ritme ging een hele tijd zo door, hoe heftig deze combinatie ook was. Ik was laks. Deze laksheid bouwde zich op, en dat alles te veel was en ik dit ritme amper trok boeide mij niet. Op een gegeven moment werd alles extremer en ik ging meer gebruiken en meer drinken. Waar ik voorheen 1 gram kocht, kocht ik nu 30 gram. Waar ik voorheen een paar drankjes dronk, kocht ik nu de grootste flessen. Thuis werd ik ermee geconfronteerd dat mijn gedrag veranderde, maar ik ontkende de ernst hiervan. Op werk heb ik me toen ziek gemeld, want ik trok het toch niet meer en wilde vakantie vieren.

Mijn zus had een appartement in Groningen en was zelf op vakantie. Ik heb toen de sleutels van haar appartement gepakt en ben erin getrokken. Eenmaal in dit appartement was het feest. Ik verbleef alleen in Groningen, want mijn ouders woonden in een dorp buiten de stad. In Groningen hing ik overdag in de coffeeshops en ’s avonds ging ik uit. Ondertussen werd mijn manische periode steeds heviger en dat uitte zich in allerlei gebeurtenissen. Hier wat voorbeelden daarvan:

Tijdens een avondje uitgaan kreeg ik ruzie met een jongen, want hij daagde mij uit. Het liep uit de hand en deze jongen kneep mijn keel dicht met een fietsketting. Het voelde als een doodsbedreiging, dus ik wilde direct aangifte doen. Eenmaal bij het politiebureau bleek dat ik geen aangifte mocht doen, omdat ik niet nuchter was, dus ik moest vertrekken. Dit pikte ik niet en ging liep door het politie bureau omdat ik iemand wilde vinden bij wie ik wel aangifte zou mogen doen. Ik trok allemaal deuren open en schreeuwde over de gangen. Al snel werd ik gepakt en op de grond gegooid. Ik flipte hem en als gevolg hiervan kwam ik in de cel terecht. Hier heb ik 8 uur gezeten zonder eten en drinken.

Eenmaal vrijgekomen wist ik de weg niet en mijn mobiel was leeg. Ik ben toen willekeurig een richting op gelopen en kwam uiteindelijk aan bij de Hooghoudt fabriek. Hier heb ik gevraagd of ze een taxi voor mij wilde bellen en dat wilden ze wel. Met de taxi ben ik vervolgens naar de grote markt gebracht, waar ik heb gepind om de taxi te betalen. Hierna ben ik naar mijn zus haar appartement gelopen en heb ik gedoucht. Daarna ging ik weer terug naar de stad om weer naar de coffeeshops te gaan en te gaan zuipen. Ik viel weer in dit ritme. Soms was ik op Groningen uitgekeken en dan pakte ik de trein naar Amsterdam om daar te gaan feesten.

Ook ging ik naar Lowlands, waar het ook vrij snel fout ging. Op het festival hadden ze twee kleuren bandjes, rood en blauw. Ik kreeg een rood bandje om, terwijl mijn outfit helemaal blauw was. Ook dit pikte ik niet en ik trok mijn bandje af, waarna ik een nieuwe blauwe eiste. Ik werd direct meegenomen en ze vroegen om mijn ID kaart, maar deze had ik niet bij me. Ik kon toen een nieuw bandje kopen bij de beveiliging die me had meegenomen. Ik had door dat ik afgezet werd en belde daarom de politie waarop een vrouwelijke beveiliger met een gestrekte hand uithaalde en mijn oor raakte. Haar collega`s hielden haar van mijn af en ik werd van het terrein afgestuurd.

Een middag was ik aan het winkelen. In de Hema was er een meisje bezig met haar makeup en ik ging met haar flirten. Ik vroeg haar of ze een kusje in m’n nek wilde geven en dit deed ze. Hierna ging ik naar een andere winkel, om naar witte sneakers te kijken. Intussen had ik kennelijk in mijn nek gewreven en was ik vergeten dat er rode lippenstift op zat, wat nu dus aan mijn handen zat. Met deze rode handen heb ik vervolgens allemaal witte sneakers vast gehad. De verkoper werd boos en eiste dat ik de schoenen ging betalen, maar dit weigerde ik. Ook heb ik nog schoenen naar hem gegooid. Vervolgens belde hij de politie. Toen de politie er was heb ik allerlei rare smoesjes verzonnen en ontkent dat ik de schoenen had aangeraakt. Hier heb ik me kennelijk volledig uit weten te praten, want ik kon heel goed liegen in mijn manie. Al met al heb ik in die zomervakantie vier keer vastgezeten en behoorlijk wat meegemaakt. Dit was maar een fractie.

Mijn zus kwam natuurlijk op een gegeven moment weer thuis van haar vakantie en ik wilde haar appartement opruimen voor ze er was, maar dit mislukte. Ze kwam thuis terwijl ik nog bezig was en alles was nog een rotzooi. Hier was ze natuurlijk boos om en ze heeft me naar onze ouders gestuurd. Toen ik thuis kwam hebben mijn ouders me ondervraagd, waarop ik een gedeelte eerlijk heb verteld. Ze zeiden dat ik mezelf niet was en dat er duidelijk iets niet klopte. Dit wilde ik toen niet zien en ik ontkende dat, maar eigenlijk was het niet meer te ontkennen.

Er kwam een hulpverlener langs die vrij snel vaststelde dat ik bipolair ben. Vooral mijn moeder vond dit echt heel moeilijk, ikzelf reageerde een beetje laconiek. Ik zou vrijwillig opgenomen worden op de open afdeling van de psychiatrische kliniek., maar hier was geen plek. Daarom kwam ik op de gesloten afdeling, dit was nog wel vrijwillig, maar ik besefte me niet hoe gesloten dit was. Al vrij snel wilde ik eruit, maar dit mocht natuurlijk niet. Dus ging ik pogingen doen om uit te breken, op allerlei manieren. Zoals met een brandblusser de beveiliging van het raam afstoten. Natuurlijk hadden de begeleiders dit snel door en ik kwam weer op de open afdeling terecht, omdat dit niet werkte en ze nog geen rechtelijke machtiging hadden om me te verplichten.

Hier kwam ik erachter dat de kliniek vlakbij een station lag, dus ook hier ging mijn avontuur met uitstapjes naar Groningen en Amsterdam gewoon door. Ik had € 5000 spaargeld, wat erdoorheen ging in anderhalve maand aan alcohol en wiet. Ik kon hier kennelijk gewoon mijn gang gaan, want niemand controleerde mij. Eigenlijk was het enige wat ik af en toe in de kliniek deed slapen, als ik dat al deed. Op dat moment was ik zo manisch dat ik één keer in de drie dagen deed. De rest van de tijd was ik in Groningen of andere delen van het land, waar ik me prima vermaakte. Ik voelde moet fantastisch, zelfverzekerd en had overal schijt aan. Ik deed gewoon waar ik zin in had.

Anderhalve maand daarna hadden ze eindelijk die rechtelijke machtiging, dus kwam ik tegen mijn zin in op de gesloten afdeling terecht. Hierin heb ik me erg misdragen door te roken op mijn kamer, en het slot te willen forceren met een ijzerdraadje, allerlei pogingen om uit te breken. Ik sliep amper, omdat ik niet kon slapen. En wanneer ik een keer wel had geslapen was ik weer drie dagen wakker. Op het einde was ik zo hyper in mijn manie, dat ik amper kon praten omdat ik zo snel wilde. Ik had energie voor tien. Wanneer ik weer geslapen had duurde het niet lang of ik zat weer op mijn manische piek omdat slapen weer voor extra energie zorgde.

Ook hier was ik niet te handhaven en daarom kwam ik terecht in een TBS kliniek, op de crisis opvang. Hier moest ik hele dagen op mijn kamer blijven, later mocht ik 5 kwartier naar buiten. Ik verveelde me kapot, want er was niets te doen. Tot ik daginvulling kreeg, wat het wat draaglijker maakte.

Na 2 weken hier gezeten te hebben nam mijn manie flink af. Uiteindelijk heb ik hier nog 4 weken gezeten, waarin de laatste week mijn depressieve periode begon. Na mijn TBS opname kwam ik weer terecht op de gesloten afdeling van een kliniek en daarna ging ik begeleid wonen. Mijn depressieve periode duurde een halfjaar, waarin ik nergens zin in had en me futloos voelde. De ”standaard” depressie.

Hierna heb ik nog 1 keer een manische periode gehad en nog 1 keer een depressieve periode. In de tussentijd in de kliniek heb ik medicatie “Lithium” gekregen die ik nu 3 jaar later nog slik. Hierdoor houd ik meer balans.”