Blog

Delen:

5 oktober 2019
Door: Florien


Wij Zijn Jimmy's - Doorbreek het taboe: Ik ben verslaafd

Before you pass judgement
On one who is self destructing
It’s important to remember
They usually aren’t trying 
To destroy themselves
They’re trying to destroy
Something inside that
Doesn’t belong. 
~ JmStorm

Voor het project ‘doorbreek het taboe’ heb ik veel mensen geïnterviewd over allerlei psychische aandoeningen en hier ervaringsverhalen uit geschreven die je kunt vinden op de website van ‘Jimmy’s Groningen‘. Nu hier (een klein stukje) van mijn verhaal, over verslaving.

Onrust

Weer een dag. Een zenuwachtige, gespannen kriebel trekt door mijn lichaam, die nat is van het zweet. Ik ben misselijk. Dat is het eerste wat ik ervaar zodra ik wakker word na een nacht waarin ik hopelijk een aantal uurtjes heb kunnen slapen. En de verlangens. Die mega cravings die je tot waanzin drijven. Want het eerste waar ik aan denk is gebruiken.
Ook al haat ik het inmiddels. Ik haat het net zoveel als dat ik mezelf haat.

Maar ik wil vluchten. Het liefst zo snel mogelijk vluchten uit m’n hoofd. Niet meer voelen, of juist wel voelen. Heel veel moois voelen. Me niet meer schuldig voelen over alles wat er mis is in de wereld, mis is in mezelf. Ik wil vergeten. Ik wil niet zijn.

Zwak en waardeloos

Elke dag probeer ik ‘normaal’ te beginnen. Douchen, m’n katten knuffelen, een rondje langs m’n planten lopen, ontbijten, Netflix aan. Negeer. Cravings. Ook probeer ik elke dag zo lang mogelijk nuchter te blijven.
‘zo lang mogelijk’ is realistischer dan geheel nuchter de dag doorkomen.
Dat lukt me niet meer. Niet zelf. De middelen hebben mij in hun greep en ik kan geen weerstand meer bieden in deze dagelijkse strijd. En voel me hierdoor focking zwak en waardeloos. Elke dag weer verlies ik het gevecht. Met de middelen, met mezelf.

In de ochtenden voel ik me nog het best. De pijn in m’n lichaam is nog niet zo erg aanwezig, er zijn nog niet zoveel prikkels, de gedachten in mijn hoofd zijn net wat minder extreem aanwezig dan de rest van de dag, waardoor ik ook m’n emoties meer onder controle heb en ze nog niet meteen afdwalen naar een heel duister punt. Maar het giert door heel m’n lichaam, door heel m’n geest. Ik kan me niet meer concentreren, niet ontspannen en ik voel me steeds wanhopiger, depressiever en nerveuzer worden. Shit man. Vandaag heb ik het twee uur uitgehouden. Het uitzicht is kwijt. Hoe moet ik leven? Er moet zoveel. Ik moet zoveel. En ik weet niet hoe, het moet.

Fockinghell, ik wil dit helemaal niet. Ik wil niet meer gebruiken, ik voel hoe het me stuk maakt, hoe ik eraan onderdoor ga, het levert amper nog wat op.
Wat is er mis met mij?

Doe. Het. Niet. … Ik haat mezelf.

Liefdevol en zorgeloos

Oké, het gaat weer. Ik voel me goed. Gemotiveerd, ik wil dingen doen, ik kan de dag weer aan. Ik kan het leven weer aan, ik weet ineens weer hoe (ik) het (vergeten) moet. Gedachten zijn uitgeschakeld. Volgens mij is het leven zo erg nog niet, ik heb eigenlijk geen redenen om bang en depressief te zijn. Voor heel even.

In het begin werkte het. Ik voelde me geweldig en alles was mooi, liefdevol, zorgeloos. Inmiddels is dit jaren geleden. Het werkt het allang niet meer zoals toen. Het geeft me nog maar een beetje, en dat kleine beetje is zo nihil tegenover hoeveel bullshit het geeft. Toch voor dit kleine beetje doe ik alles.
Hoe wanhopig is dat.

‘drugs take and give you everything at the same time’

Maar waarom droom ik ook van dagen waarin ik compleet van de wereld ben? Verdwalen in mijn eigen fantasieën, verdoofd tegenover alle prikkels, emoties. Niets dat nog moet. Langzaam en vredig wegvaren. Of veel voelen, veel energie, veel enthousiasme. Doorzettingsvermogen. Alles aankunnen.

Dat is wat verslaving met je doet. Het verpest je ambitie om beter te worden, een ‘normaal’ leven te leiden, omdat je doodsbang bent. Doodsbang dat je het niet volhoudt, dat je het niet kunt, dat je faalt.
Doodsbang om uit je veilige wereld te stappen, hoe slecht het ook gaat in die wereld, want slechter dan dit kan het niet en wanneer het weer goed gaat kan het weer slechter gaan. Teleurstelling. Een teleurstelling dat ben jij dan.

Ook verlang ik naar de magie van het begin. De magie waarin de drugs deden wat ze horen te doen. Ik kan me niet voorstellen dat ik moet leven zonder een kans om een glimp hiervan op te vangen.

“Wie ben ik?”

Ik ben bang, want ik weet niet wie ik ben als ik niet ziek ben. Ik heb mezelf volledig wijsgemaakt dat dit is wie ik ben en dat ik niet veranderen kan.
Ik ben niets en ik kan niets. Al helemaal niet overleven in deze wereld.
Hij is zo groot, er gebeurt zoveel en ik heb niet alles in de hand. Ik heb geen controle over alle nare dingen in de wereld die ik wil oplossen en ik ben bang voor de toekomst. Net als dat ik getergd wordt door herinneringen uit het verleden en op tijden verdrink in duistere gevoelens.

Ik. Wil. Niet. Denken.

Mijn brein maakt overuren, ik raak overprikkeld, ik moet te veel.
Ik ben moe. Onder invloed kon ik dit overschreeuwen, of dempen, of volledig uitschakelen. Ik kon intens veel geluk ervaren of verdoofd zijn. Ik kon angsten aan de kant zetten en nare gevoelens wegduwen. Het was zoveel makkelijker om onder invloed te zijn dan om alles aan te gaan. Maar na zoveel middelen misbruik is deze magie eraf. Alles is alleen maar erger geworden en ik houd het niet langer meer vol, zowel lichamelijk als mentaal.

Verslaafd zijn is super vermoeiend, het houdt je 24/7 in z’n macht als een duivel die maar niet weggaat en tegen je schreeuwt en je pusht. Continu ben je bezig met het halen of gebruiken. Laat staan de paniek die je voelt als je dealer pas wat later kan afspreken of je het gevoel hebt dat je te weinig hebt, jezus wat een paniek. Je verliest je eigen stem hierin. Die controle die je zo graag wou en dacht dat je juist had hiermee? Die is verdwenen.

Vluchten

‘drugs gave me wings and then took away my sky’ Zo veel redenen om te willen stoppen, om niet meer verslaafd te willen zijn. Toch, om er echt uit te komen moet je echt gemotiveerd zijn.Ook moet je erkennen dat je een probleem hebt, dat je verslaafd bent.Dit toegeven is zo moeilijk, ik schaam me kapot. Ik schaam me dat ik niet sterker ben dan dit, maar ik ben verslaafd en ook naast deze dagelijkse strijd ben ik nog steeds ik.

Ik ga eruit komen en dat gaat mettertijd makkelijker zijn, al zal ik ervoor moeten vechten en al vind ik het doodeng om alles nuchter aan te moeten gaan, die peace of mind waar ik naar zocht door drugsgebruik is er al met al toch niet van gekomen, dus misschien moet ik niet meer vluchten, maar het eens echt aangaan.

‘The only way out is through’.”